Sepioliet

Het grijswitte, grijze, geelwitte, groenwitte, blauwwitte of lichtroze sepioliet heeft een doffe glans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens een onbekend kristalvlak. Het kristalstelsel is monoklien. Sepioliet heeft een gemiddelde dichtheid van 2, de hardheid is 2 en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal sepioliet wordt gevormd in brandingen aan diverse kusten. Het is ook een secundair mineraal in serpentinieten. De typelocatie is Eskişehir in Turkije.

In Somalië en Djibouti wordt sepioliet gebruikt om de dabqaad, een traditionele wierookbrander, te maken. Het mineraal wordt gewonnen in de stad El Buur, waarvan de laatste dienst doet als centrum voor steengroeven. El Buur is ook de oorsprong van de lokale pijpenindustrie. Er worden imitaties gemaakt in gips van Parijs en andere preparaten. Het zachte, witte, aardse mineraal uit Långbanshyttan, in Värmland, Zweden, bekend als aphrodite (Grieks: zeeschuim), is nauw verwant aan sepioliet. In de bouw kan sepioliet worden gebruikt in kalkmortels als waterreservoir. Processen voor bacteriële transformatie op basis van het Yoshida-effect kunnen sepioliet gebruiken als naaldvormige nanovezel.