Rhodoniet

De zeldzame sugiliet komt voor in schakeringen van felroze tot diep paars. Voor het eerst gevonden in Japan, zijn belangrijke bronnen van sugiliet ontdekt in Zuid-Afrika, India en Canada. Het wordt verwerkt tot kralen, cabochons en gesneden in beeldjes. Het wordt ook gebruikt als inleg in decoratieve dozen.

Morganite tumbled wordt vooral gewaardeerd om zijn kleur, die kan variëren van licht rood-paars, via roze en zalm, tot paarsachtig rood. Gevonden in Brazilië, Madagaskar, en Californië (VS), kan het materiaal worden getrommeld, maar het wordt meestal geslepen tot prachtige gefacetteerde edelstenen. Zeer populair en gewild, het is een uitstekende steensoort voor sieraden.

Zebra Marble tumbled heeft unieke zwarte (soms rood/bruine) en witte strepen, die lijken op de strepen van een tijger of zebra. Momenteel wordt het alleen gevonden in Australië, waar zebra Marble tumbled werd gesneden voor standbeelden door de oorspronkelijke bewoners van die streek. Nu is het populair voor kralen, getrommelde stenen en decoratieve ornamenten.

Zoals de naam al doet vermoeden, is lake Superior Agate tumbled een beroemde agaat die uitsluitend voorkomt aan de oevers van Lake Superior (Canada en VS). Deze gebandeerde agaat is geliefd bij verzamelaars vanwege de levendige kleuren in afwisselende tinten van rood, bruin, wit, beige en groen. Het neemt een mooie polijsting aan. Lake Superior Agate tumbled is de officiële edelsteen van de staat Minnesota.

Krijtgesteente (Engels: chalk) is een sedimentair gesteente dat vrijwel geheel bestaat uit de microscopische kalkskeletjes van algen en andere fauna (zogenaamde coccolieten). Het is een relatief fijne en zachte kalksteen en bestaat uit calciumcarbonaat (CaCO3). Het overgrote deel van de krijtgesteentevoorkomens op Aarde zijn gevormd tijdens het laat-Krijt tot Oligoceen. Toentertijd was Noordwest-Europa bedekt door een warm ondiep tot redelijk diep sedimentair bekken. Het Krijt-tijdperk dankt zijn naam ook aan dit gesteente. Veelal bevat krijtgesteente vuursteenvoorkomens; accumulaties van silica in knollen, lagen of andere vormen. Het precieze mechanisme waardoor deze silicaconcentraties gevormd zijn in een nagenoeg silicavrij gesteente is niet helemaal duidelijk. Verschillende theorieën doen de ronde, van het opvullen van graafgangen tot een verandering van de waterspiegel in het nog niet geheel gelithificeerde sediment.