Skarns of tactieten zijn harde, grofkorrelige metamorfe gesteenten die ontstaan door een proces dat metasomatisme wordt genoemd. Skarns zijn meestal rijk aan calcium-magnesium-ijzer-mangaan-aluminiumsilicaatmineralen, die ook wel kalksilicaatmineralen worden genoemd. Deze mineralen worden gevormd als gevolg van een verandering die optreedt wanneer hydrothermale vloeistoffen een interactie aangaan met een protoliet van ofwel stollingsoorsprong of sedimentaire oorsprong. In veel gevallen worden skarns geassocieerd met het binnendringen van een granieten pluton die wordt aangetroffen in en rond breuken of schuifzones die binnendringen in een carbonaatlaag die is samengesteld uit dolomiet of kalksteen. Skarns kunnen worden gevormd door regionale of contactmetamorfose en daarom ontstaan in omgevingen met relatief hoge temperaturen. De hydrothermale vloeistoffen die met de metasomatische processen worden geassocieerd, kunnen afkomstig zijn van magmatisch, metamorfisch, meteorisch, marien of zelfs een combinatie hiervan. De resulterende skarn kan bestaan uit een verscheidenheid aan verschillende mineralen die sterk afhankelijk zijn van de oorspronkelijke samenstelling van zowel de hydrothermale vloeistof als de oorspronkelijke samenstelling van de protoliet. Als een skarn een respectabele hoeveelheid ertsmineralisatie heeft die met winst kan worden gewonnen, kan het daarom worden geclassificeerd als een skarn-afzetting.