Datoliet

Datoliet is een secundair mineraal in mafische stollingsgesteenten. De typelocatie is een diabaas uit het dal van de Connecticut rivier in de Verenigde Staten.

Datoliet is in sommige gebieden een belangrijke bron van boor. Boor wordt gebruikt voor het maken van items zoals fakkels, ontstekers voor raketbrandstof, glasvezel en isolatie. In het huishouden wordt boor soms gebruikt in oogdruppels, poederzeep, bleekmiddel en als voedselconserveermiddel. Datoliet wordt ook verwerkt tot edelstenen of sierstenen.

De typelocaties zijn in de diabases van de Connecticut River-vallei en Arendal, Aust-Agder, Noorwegen. Bijbehorende mineralen zijn onder meer prehniet, danburiet, babingtoniet, epidoot, natief koper, calciet, kwarts en zeolieten. Het komt veel voor in de koperafzettingen van de Lake Superior-regio van Michigan. Het komt voor als een secundair mineraal in mafische stollingsgesteenten die vaak blaasjes vullen samen met zeolieten in basalt. In tegenstelling tot de meeste plaatsen over de hele wereld, is het voorkomen van datoliet in de Lake Superior-regio meestal fijnkorrelig van structuur en vertoont het gekleurde strepen. Een groot deel van de kleuring is te wijten aan de opname van koper of aanverwante mineralen in progressieve stadia van hydrothermische neerslag.

Het werd voor het eerst waargenomen door Jens Esmark in 1806, en door hem genoemd vanuit δατεῖσθαι, "te verdelen" en λίθος, "steen", in een toespeling op de korrelige structuur van het massieve mineraal.