Bijbehorende moderne voorzorgsmaatregelen voor gebruik en hantering van cinnaber komen voort uit de giftigheid van de kwikcomponent, die al in het oude Rome werd erkend. Vanwege het kwikgehalte kan cinnaber giftig zijn voor mensen. Overmatige blootstelling aan kwik, mercurialisme, werd door de oude Romeinen als een beroepsziekte gezien. Hoewel mensen in het oude Zuid-Amerika vaak cinnaber gebruikten voor kunst of het verwerkten tot verfijnd kwik (als een middel om zilver en goud aan voorwerpen te vergulden), waren de giftige eigenschappen van kwik algemeen bekend. Het was gevaarlijk voor degenen die cinnaber ontgonnen en verwerkten; het veroorzaakte beven, verlies van gevoel en de dood. Gegevens suggereren dat kwik werd teruggestuurd uit cinnaber en de arbeiders werden blootgesteld aan de giftige kwikdampen. "Mijnbouw in de Spaanse cinnaber-mijnen van Almadén, 225 km (140 mijl) ten zuidwesten van Madrid, werd beschouwd als vergelijkbaar met een doodvonnis vanwege de kortere levensverwachting van de mijnwerkers, die slaven of veroordeelden waren."