Abrikoosagaat

Dumortierite is een vezelachtig variabel gekleurd aluminiumborosilicaatmineraal, Al7BO3 (SiO4) 3O3. Dumortieriet kristalliseert in het orthorhombische systeem en vormt typisch vezelachtige aggregaten van slanke prismatische kristallen. De kristallen zijn glasachtig en variëren in kleur van bruin, blauw en groen tot zeldzamer violet en roze. Vervanging van ijzer en andere driewaardige elementen door aluminium resulteert in kleurvariaties. Het heeft een Mohs-hardheid van 7 en een soortelijk gewicht van 3,3 tot 3,4. Kristallen vertonen pleochroïsme van rood naar blauw tot violet. Dumortierietkwarts is blauw gekleurd kwarts dat overvloedige dumortierietinsluitsels bevat. Dumortieriet werd voor het eerst beschreven in 1881 voor een gebeurtenis in Chaponost, in de Rhône-Alpen van Frankrijk en genoemd naar de Franse paleontoloog Eugène Dumortier (1803-1873). Het komt typisch voor in aluminiumrijke regionale metamorfe gesteenten op hoge temperatuur, die het resultaat zijn van contactmetamorfose en ook in boorrijke pegmatieten. Het meest uitgebreide onderzoek naar dumortieriet werd gedaan op monsters van de hoogwaardige metamorfe Gfohl-eenheid in Oostenrijk door Fuchs et al. (2005). Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van hoogwaardig porselein. Het wordt soms verward met sodaliet en is gebruikt als imitatie lapis lazuli. Bronnen van Dumortieriet zijn onder meer Oostenrijk, Brazilië, Canada, Frankrijk, Italië, Madagaskar, Namibië, Nevada, Noorwegen, Peru, Polen, Rusland en Sri Lanka.

Het kleurloze, blauwgroen tot groene varisciet heeft een witte streepkleur, een doffe glans en een perfecte splijting volgens kristalvlak [010]. De gemiddelde dichtheid is 2,5 en de hardheid is 4 tot 5. Het kristalstelsel is orthorombisch en het mineraal is niet radioactief.

Een unieke combinatie van stenen die pas onlangs is ontdekt in Zuid-India. De robijn in Fuchsiet is door ambachtslieden gebruikt om prachtig houtsnijwerk te maken dat profiteert van de verschillende tinten in deze exemplaren. De robijnen zijn vaak omrand met blauw getint kyaniet, wat een extra dimensie aan kleur toevoegt.

Een kiezelsteen is een forse steen die uit een verscheidenheid aan mineralen kan bestaan. Deze stenen zijn meestal glad aan de zijkanten als gevolg van verwering. Kiezelsteen wordt het meest gevonden in en rond stromende waterwegen, zoals stranden, beken en rivieren. Omdat het zo gemakkelijk te vinden is, is dit mineraal eeuwenlang als gereedschap gebruikt en wordt het nog steeds toegepast in landschapsarchitectuur en andere bouwwerken.

Andesiet bevat mineralen als kwarts, plagioklaas, kaliveldspaat en clino- en/of orthopyroxeen. Ook bevat andesiet mica's als biotiet en muscoviet.

Slag ontstaat als bijproduct door het smelten van ertsen en wordt gebruikt om metalen te zuiveren. Het is een mengsel van metaaloxiden en kunnen ook andere metaalelementen bevatten. Slak wordt naast de zuiverende functie ook gebruikt om metalen af te koelen tijdens het smeltingsproces.

Parelmoer (ook paarlemoer gespeld) is een onderdeel van de schelp van de weekdieren. Het materiaal wordt in veel culturen verwerkt in gebruiksvoorwerpen of kunstobjecten.

Dendriet Jaspis is een interessante vorm van Jaspis, gewaardeerd om zijn ongebruikelijke patroon dat lijkt op versteende planten. De varenachtige of boomachtige filamenten zijn eigenlijk insluitsels van ijzer- en mangaandioxide. Dendriet Jaspis wordt vaak verkocht in de vorm van trommelstenen, maar het wordt ook gebruikt in sieraden.